
25 november jaarlijks staat de dag in het teken van ‘Orange the world’.
Het geweld tegen vrouwen, of het nu fysiek, verbaal of seksueel geweld is, wordt onder de aandacht gebracht. Dat is nog steeds hard nodig.
Ik luister naar de interviews op de radio
Ik weet ‘t en toch verrast het me steeds weer.
Hoe kan het toch blijven bestaan??
Iedereen weet toch inmiddels wel dat dat ‘not done’ is?
Waar gaat t toch mis? Waar wordt er een verkeerde weg ingeslagen? Hoe komen de onderdrukkende denigrerende gedachten tot stand? Hoe ontstaat de fuik waarin deze vrouwen steeds weer verstrikt in raken. Wanneer en waarom begint grensoverschrijdend gedrag?
En wanneer kan je als vrouw nog ‘terug’?
Dat heeft mijn aandacht, daar kan ik misschien nog iets in betekenen met dit bericht.
Ik spreek vanuit mijn ervaringen toen ik 14 , 15, 28, 37, en 48 was.
Het begint op ‘t moment dat je voelt: ‘hier klopt iets niet’.
Dat is een cruciaal moment, waarin je nog een keuze hebt.
De keuze om zelf waardig te blijven en om de ander in zijn waardigheid te houden. De keuze om pro actief met woorden kenbaar te maken: ‘dit wil ik niet. Ik ga hier koste wat t kost niet in mee.’
En ja, machtsverhoudingen ten spijt… Je eigen waardigheid en een gezonde relatie staat bovenal.
Hoe kunnen we onze kinderen leren om hun waardigheid te ervaren en te behouden?
Niet door hen angstig te maken voor intimidatie en fysiek of verbaal geweld.
Dus mogen we dat zelf ook niet gebruiken.
En voor de zekerheid typ ik dat nog een keer: Dus mogen we dat zelf ook niet gebruiken.
En we kunnen meer.
We kunnen kinderen van jongs af aan leren zich te verbinden met hun gevoel, zodat ze voelen wanneer iets niet klopt. Zodat ze zichzelf serieus nemen ‘wanneer het niet klopt wat er gebeurt’.
We kunnen kinderen leren zichzelf én de ander te respecteren en leren duidelijk te zijn in wat ieder wilt of bedoelt. Ook in het gezin.
We kunnen kinderen leren van hun eigen lijf te houden en daar zuinig op te zijn.
We kunnen hen ook leren dat ‘ grensoverschrijdend gedrag’ tot op zekere hoogte bij het leven hoort, omdat niemand weet waar bij de ander de grens ligt.
We zullen dus vooral onze eigen grens moeten aanvoelen én die kenbaar maken. Dat kenbaar maken kan je leren door duidelijk te zijn zonder de ander meteen af te wijzen of te beledigen.
Ook dat kunnen we onze kinderen leren.
En we mogen onze kinderen leren dat een Nee krijgen niet betekent dat je als persoon wordt afgewezen, maar dat je gedrag op dat moment niet wenselijk is. Niets mis mee.
Zo kan je veel problemen voorkomen.
Het Oranje in ‘Orange the World’ staat voor de dageraad, de hoop.
Prachtig!
Meer weten over opgroeien in verbinding en het leren omgaan met grensoverschrijdend gedrag en weerbaarheid?
In mijn boek MIJN KIND EN IK heb ik er aandacht voor.